World Histories of the Commons is een jaarprogramma met evenementen, workshops en publicaties die onderzoeken hoe we de commons kunnen gebruiken om kunst te veranderen.

De commons zijn bronnen die gemeenschappelijk worden beheerd op basis van waarden als diversiteit, collectiviteit, gelijkheid en duurzaamheid. Hoewel het concept historisch geassocieerd wordt met het natuurbeheer van bossen, woestijnen of zeeën, en meer recent met bewegingen voor open software en vrije informatie, zijn de commoning-praktijken zo divers dat het onmogelijk is geworden om ze allemaal op te sommen of weg te denken uit onze hedendaagse samenleving. Net als in de lange geschiedenis van de emancipatiebewegingen (of het nu gaat om dekolonisatie, milieuactivisme, antikapitalisme, feminisme of LGBTQIA+-bewegingen), blijven de commons een noodzakelijke voorwaarde om weerstand te bieden aan de toe-eigening van middelen en de retoriek van 'wij tegen zij'. 
De commons zijn een integraal onderdeel van het cultureel erfgoed van de mensheid en een belangrijke inspiratiebron voor kunstenaars. Als stad waar vele diasporatrajecten samenkomen, is Brussel rijk aan verhalen en tradities rond de commons, over kunst, activisme, theorie en instellingen heen. World Histories of the Commons bouwt verder op een decennialang experiment rond de collectieve transformatie van kunst en gaat samen met de opening van KANAL-Centre Pompidou, een nieuw museum dat wil bijdragen aan de lokale en internationale inspanningen om eerlijkere en duurzamere modellen te ontwikkelen voor kunst en cultuur. 
Elk event, elke workshop en elke publicatie belicht de verhalen van de commons in verschillende geografische gebieden en disciplines en biedt de gelegenheid om de volgende vragen te stellen: Hoe kunnen kunst en cultuur de commons gebruiken om een kritisch antwoord te bieden op socio-ecologische crisissen? Wat kunnen kunst en cultuur betekenen voor het behoud van bestaande commons en het ontstaan van nieuwe? En omgekeerd, hoe kunnen de commons bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe modellen voor kunst- en cultuurorganisaties?